Wie
is die man wiens standbeeld in Oranjestad staat, naar wie de
boulevard van de stad tot Arashi is genoemd? Dit moet wel een man
zijn geweest met heel grote verdienste voor ons eiland...
Lloyd
Gaston Smith werd in 1891 in de Amerikaanse staat Illinois geboren.
In de vroege jaren twintig van de vorige eeuw studeerde hij af als
technisch tekenaar. Hij ging werken voor de Amerikaanse Standard Oil
Company, maakte snel promotie en kreeg vervolgens de opdracht om een
raffinaderij te ontwerpen voor Aruba. Een dochteronderneming van de
Standard Oil, de Lago Oil and Transport Company, had zich op Aruba
gevestigd met een overslagplaats van ruwe olie, afkomstig van het
Lago de Maracaibo, het grote ondiepe meer bij die stad, waar een
enorme voorraad olie in de grond zat. De opgepompte olie werd in
platbodemtankers naar de dichtstbijzijnde locatie vervoerd met een
geschikte haven, en daarvoor werd die van San Nicolas op Aruba
ontwikkeld. Dat werd gerealiseerd door de eerste General Manager,
Captain Rodger (Mr. Lago). Zodra de haven en de overslagplaats in
bedrijf waren, wilde men er ook een raffinaderij aan toevoegen. Al in
1925 had men van de Nederlandse overheid een concessie voor 99 jaar
gekregen om 2000 hectare ten zuid-oosten van San Nicolas te gebruiken
voor de vestiging van een raffinaderij en een woonwijk. Opmerkelijk
is dat deze beslissing werd genomen aan het begin van de Great
Depression, de zware economische crisis die in 1929 uitbrak. De
olieindustrie werd toen als een veilige investering beschouwd.
De
bouw van de raffinaderij begon in 1928 en was klaar in 1933. Naast de
raffinaderij werd ook een woonwijk voor de Amerikaanse
stafmedewerkers gebouwd, die bekend werd als de Lago Colony. Het
bestond uit ca. 650 bungalows, een lagere en een middelbare school,
een protestantse kerk, een ziekenhuis, sportvelden en een clubgebouw
annex openluchtbioscoop. Twee baaien met strand (Rodgers Beach en het
Baby Lagoon) maakten the Colony tot een luxueuze woonwijk, een soort
Amerikaanse enclave voor het hogere Lagopersoneel. Alles moest
daarvoor geimporteerd
worden, in de eerste jaren zelfs het drinkwater.
Lloyd
Smith werd in 1933 benoemd tot General Manager van de Lago. Het gezin
met 6 kinderen kwam per olietanker naar Aruba en nam zijn intrek in
een van de bungalows. Er werd direct begonnen aan de bouw van een
grote directiewoning, die de naam kreeg La Casa Grande, Spaans voor
Het Grote Huis, met uitzicht over het Baby Lagoon. Het
twee-verdiepingshuis moest ook als onderkomen dienen voor stafleden
van het bedrijf die de raffinaderij kwamen bezoeken. De familie Smith
heeft er tot 1946 gewoond. Het werd kort daarna afgebroken.
Het
personeel dat nodig was om de raffinaderij te laten draaien kon niet
alleen op Aruba gevonden worden, er ontstond een ware intocht van
arbeiders van de andere Caraibische
eilanden, vooral van de Bovenwindse, Engelstalige eilanden. Zowel
deze arbeiders als die van Aruba zelf hadden echter nauwelijks
opleiding genoten en moesten helemaal omgeschoold worden voor het
werk op de raffinaderij. L.G. Smith, zelf zoon van een
schooldirecteur, begon met een uitgebreid opleidingsprogramma dat
verplicht was voor alle arbeiders. Zo zijn er heel wat Arubanen
opgeleid tot kundige voormannen, technici, managers, kantoor- en
ziekenhuispersoneel, enzovoorts. De levensstandaard van de Arubaan
nam daardoor enorm toe.
De
verdienste van Lloyd G. Smith voor de Lago en voor Aruba in het
algemeen is van onschatbare waarde: hij liet in de Colony een
electriciteitscentrale aanleggen, scholen, de kerk en het hospitaal.
Ook werkte hij samen met de gezaghebber (Isaac Wagemaker) in de jaren
30 en tijdens de oorlog om tot oplossingen te komen voor de
uitdagingen van die tijd. Het hele eiland profiteerde daarvan. Al in
1938 kwam Prinses Juliana naar Aruba en benoemde L.G. Smith tot
Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
Het
uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, ook al gebeurde dat zo ver weg,
had een behoorlijke invloed op het leven op Aruba. De Lago
raffinaderij, destijds de grooste en modernste ter wereld,
produceerde een substantieel deel van de brandstof die de
geallieerden nodig hadden en dat was een reden voor het eiland om op
zijn hoede te zijn voor een vijandige aanval. Aanvankelijk kwam er
een Schots regiment, daarna Amerikaanse artillerie. Die vijandige
aanval kwam er toch, en wel in de nacht van 15 op 16 februari 1942.
Een Duitse U-boot deed een overigens mislukte poging om de
raffinaderij te beschieten maar raakte met torpedos wel verschillende
tankers die in vlammen opgingen met een groot aantal slachtoffers.
Lloyd G. Smith was heel verontwaardigd over deze aanval op zijn
raffinaderij, die met alle lichten aan er bij stond als een
kerstboom. Hij rende al vloekend midden in de nacht het huis uit en
haastte zich naar de pier waar hij met stenen de lampen kapot gooide.
Deze snelle actie leverde hem de bijnaam The Flash op. De schade aan
de raffinaderij viel mee maar het was het begin van een bange periode
voor Aruba waar verduistering vanaf die dag verplicht was. Maar L.G.
Smith hield de moed erin en loodste raffinaderij en personeel door
deze spannende jaren. In 1945 kwam Prinses Juliana nogmaals naar
Aruba, nu om hem te bevorderen tot Commandeur in de Orde van Oranje
Nassau, een eretitel die hoogst zelden aan een niet-Nederlander wordt
toegekend.
In
1946 werd L.G. Smith tot vice-president van het moederbedrijf
bevorderd en daarvoor moest hij zich weer vestigen in New York; zijn
vertrek van Aruba werd door iedereen betreurd. In 1958, kort na zijn
pensionering, overleed Lloyd G. Smith aan een hartaanval. In
overeenstemming met zijn wens werd hij gecremeerd en zijn as werd in
zee uitgestrooid op de vaarroute tussen San Nicolas en het Meer van
Maracaibo. Te zijner nagedachtenis werd er in 1960 een standbeeld,
nou ja, een buste geplaatst aan de rotonde voor het Cas di Cultura en
de boulevard vanaf dat punt tot aan Arashi kreeg de naam L.G. Smith
Boulevard. Dit alles als erkenning voor zijn bijdrage aan het succes
van de Lago, aan de groei van de Arubaanse economie en de ontplooiing
van het eiland.
|